Laat de kat zichzelf zijn
Niet alle katten zijn dezelfde, net als mensen verschillen katten in karakter. Zo liggen sommige katten graag lang op je schoot, worden ze graag opgepakt of geaaid. Het is belangrjk om een bepaald gewenst gedrag ook niet te forceren. Laat een kat dus zichzelf zijn. Een kat zal zelf wel beslissen waar hij/zij behoefte aan heeft. Vaak wordt gedacht dat als men een kitten al van heel jongs af aan heeft, deze eenvoudig naar de hand kan gezet worden. Het tegendeendeel is echter vaak waar. Wanneer een kitten namelijk te vroeg van de moeder wordt weggenomen, is er een verhoogde kans dat deze doorheen zijn leven angstiger zal zijn alsook andere gedragdsproblemen zal vertonen. Het is aanbevolen een kitten steeds 16 weken bij zijn moeder te laten. Wil je toch zeker zijn van het gedrag van je kat, dan neem je best een volwassen kat in huis dat deze gedragskenmerken reeds heeft.
Eten, water en hygiëne
Voorzie een gebalanceerde voeding met af en toe enkele kattensnacks. Plaats de waterbak niet naast het
eten omdat katten dan doorgaans minder drinken. Ook van nature drinken katten namelijk niet nabij de plaats waar ze eten. Voorzie dus best enkele waterbakken verspreid over het hele huis. Zet bovendien de
kattenbak niet naast het eten of water, ook een kat eet niet graag naast het toilet. Verschoon tenslotte de kattenbak voldoende en gebruik een
kattenbakschepje. Zet de kattenbak op een rustige plaats vanwaar je kat zijn omgeving goed in de gaten kan houden.
Krabben, krabben, krabben!
Katten krabben om verschillende redenen. Enerzijds krabben ze om hun nageltjes scherp te houden, maar anderzijds zet krabben ook positieve geursignalen uit. Een goede
krabpaal staat bovendien hoog genoeg, zodat katten een goed uitkijkpunt hebben en een rustplaats waar ze niet lastig gevallen kunnen worden. Naast een krabpaal, voorzie je best voldoende speeltjes. Een kat is een jaagdier, ongeacht de leeftijf. Voorzie dus bewegende
kattenspeeltjes en balletjes, om je kat super gelukkig te maken.